Rambobank
Ik stel mij voor dat het ongeveer zó ging. Aan de keukentafel op de boerderij. Aan de ene kant het boerenpaar (in het kaartspel weinig waard), vergezeld van de oudste zoon. Aan de overkant de bankmeneer. Zo’n grijzemuizenman pur sang. Een grijs Terlenka pak – zijn beste tijd gehad, de messcherpe vouw alleen nog op het onderbeen. 1 Meter 70, een ondefinieerbare kleur haar. En een strenge refobril, die misschien één keer per week gepoetst werd. Een mobiel loket, achter matglas met vingerafdrukken. Zo’n man die in een misdaadprogramma op TV op basis van zijn specificaties niet gevonden wordt.
Nadat vader het woord had genomen schoof de zoon besmuikt de bouwtekening over tafel. Moeder: “Blieft u ook een stuk appeltaart?” Bankman: “O, maar die stal kan best nog wat groter. Als wij nou . .” De man van de Raiffeisen Boerenleenbank was ruimhartig. De boerenzoon kreeg visioenen van de ranch van zijn oom, in het verre Amerika.
Laatst leerde ik weer een nieuw woord: ‘stikstofboeren’. Alsof deze hardwerkende Hollanders stikstof verbouwen. In plaats van de hele meute aan managers, consultants en ander vaag kantoorvolk van eten te voorzien! Een complete beroepsgroep handzaam gecriminaliseerd. De gemiddelde agrariër is een alleskunner #forgodsake. Ga maar na: hoogopgeleid, twee rechterhanden, ondernemer, en door de staat geprogrammeerd om constant te innoveren, èn te incasseren.
Natuurlijk is het absurd dat Nederland na de V.S. de grootste voedselproducent ter wereld is. Ons landje is 250 keer kleiner. Uiteraard moet er in de buurt van natuurgebieden anders geboerd worden. Inventieve landbouwers zijn daarmee alvast begonnen. ‘Back to the eighties’ de veestapel naar buiten – dat schijnen die beesten als prettig te ervaren. Bijkomend voordeel: niet alle poep en pies komt bij elkaar, wat enorm scheelt in de ammoniak uitstoot. Bent u er nog? Gelijke monniken, gelijke kappen, laten ‘ze’ dan gelijk andere bedrijfstakken net zo voortvarend aanpakken. Criminele bedrijven als Dupont mogen van mij de aftocht blazen, begeleid door de Tata Steel-band.
De bank die groot is geworden door onze lucht-, water en bodemkwaliteit klein te krijgen heeft een megalomaan hoofdkantoor. Utrechters noemen het architectonische hoogstandje ‘Het Filmrolletje’. Na binnenkomst door de draaideur (ze zeggen dat de managers met een speeltje die deur in turbo stand kunnen laten draaien) zie je tweehonderd meter verder ergens een balie. Ligurisch marmer kondigt alvast uw bezoek aan. Nergens zitplaatsen, noch koffie. Alleen Hele Grote Meneren zijn hier welkom. In 2013 is hier voor het laatst normaal gedrag waargenomen.
Nu, één generatie later, wordt de slimme boerenzoon afgestraft. De bank komt niet meer langs. Er is een site. Daar kan iedere boerenlul inloggen om te kijken of hij voor hulp in aanmerking komt. Terwijl de boer per definitie zo’n beetje nog de enige in dit land is die in zijn eigen levensonderhoud voorziet. Jagers-verzamelaars zijn hier tweeduizend jaar geleden al vertrokken. Een site! Onze crisis managers hebben niet het fatsoen om met de mensen weer om de keukentafel te gaan zitten. Om samen duurzame oplossingen te bedenken. De Rambobank schittert hier door afwezigheid. Die financieren liever de boterberg die op het eigen waterhoofd smelt. De laat-maar-stikken bank. Stof tot nadenken.