Vroeger, toen men nog boekverbrandde
Ik zie ze elke donderdagochtend staan. Op de stoep in onze buurt. Verantwoorde tasjes van vaak dure modehuizen, met handgevlochten hengsels. Tasjes van papier. Voor oud papier. Aan de verpakking van het oud papier herkent men zijn buurt. Hier tasjes van Harrods (nog even pochen over het shoppingtripje naar Londen – godbetert om kwart voor zeven ’s ochtends) en van een ‘fashion store that loves you back’. Buurtbewoners komen graag in Praag en op Manhattan, zo te zien – maar dat weet ik niet zeker, want die ketens rukken steeds verder op, van Kutdammerveen tot Knoopsgat. De Schoenenreus mag zich in dit postcodegebied in ieder geval niet in een warme klandizie verheugen.
Hoe anders is het gesteld één wijk verderop. Fietsend naar een lokaal stationnetje zag ik kartonnen dozen van Wibra, Lidl en Aldi, gevuld met wakkere kranten, aanmaningen, aanbiedingsfolders bovenop. Het schijnt dat de mensen hier lager leren, meer in loondienst werken – en gemiddeld tien jaar jonger sterven. Dat ze maar niet op het idee komen om ‘bij ons’ asiel aan te vragen!
Het was niets anders dan pure mazzel dat mijn wieg in Nederland stond en dat de genenbingo mij een bovengemiddeld gezond verstand toebedeelde. Om iets terug te doen ben ik met wat buren een project gestart. Wij gaan voortaan in alle vroegte de mooiste tassen er hier tussenuit pikken en deze in de buurbuurt op strategische plekken op stoepen achterlaten. Hebben die mensen iets om zich aan op te trekken. ‘Als je maar hard genoeg werkt/leert en jezelf blijft ontwikkelen …’ Die vrouwen zullen toch ook wel eens achteloos uit een papieren Prada een paar avocado’s willen pakken?
Laat duidelijk zijn: vooral inzet wordt beloond. Veel meer nog dan alleen een scherp brein. Het is een gevleugelde uitdrukking geworden dat men wil ‘dat het gezond verstand regeert’. Wensdromen mag. Als ik zo eens om mij heen kijk, naar wereldleiders als Poetin, die Chinees en – de hemel verhoede – Trump 2.0, dan zie ik er weinig van terug. We worden geregeerd door inhalige, criminele idioten. Ja, de CEO’s van grootindustrieën die ‘niet aan milieu doen’ reken ik erbij. Ze mogen ze wat mij betreft stuk voor stuk ophalen, als oud papier. Of nee, als vuilnis. Met zo’n kraakperswagen.
‘On highway number nineteen. The people keep the city clean. They call it Nutbush. Oh, NUTbush.’