Tussengeneratie
De titel heb ik van Rob van Essens boek ‘De goede zoon’, het onderwerp lag al een tijdje te rijpen.
Een heikel onderwerp, want hoe omzeil je het beledigen van niet zomaar een niche clubje, noch een grotere groep (bijvoorbeeld metalheads, ANWB-leden), maar een complete generatie.
Want laten we wel wezen: met deze generatie jongeren gaan we de oorlog niet winnen.
Wat zegt u? Is deze opmerking volgens AI reedsch in 2112 columns gebruikt in het Nederlandse taalgebied? Ik wist dat niet, ik woordworstel nog ‘old school’. Kan zijn dat dit sinds Napoleon al voortdurend voorspeld wordt – het bleek soms mee te vallen – maar het was nooit zó’n dwingende waarheid als vandaag de dag.
De soldaten van ‘de kleine generaal’ zouden raar opkijken als ze geteletransporteerd werden naar de slagvelden van nu. Slagvelden ja, want jongeren maken zich druk om: het klimaat, hun social media status, spullen, gender, en om polarisatie. Dan noem ik alleen zaken waar wij ons allemaal niet druk om maakten. Wij, de tussengeneratie, (grotendeels) opgegroeid zonder internet en smartphone. Vanuit de aangeharkte gemeentebosjes zien de door strijd geharde krijgsmannen strontverwende cosplayers voorbijzoeven op hun elektrische step, scholieren vretend en zuipend door de stad zwerven, de terrassen vol met meiden met tassen en tasjes in allerlei formaten, de meesten vergroeid met hun telefoon. Jongeren die de aandachtsspanne van een vallende aardbei hebben, in TikTok filmpjes van 20 seconden scrollen ze nog naar de clou.
Mensen van de tussengeneratie hebben al die verworvenheden, vrije tijd, onvoorstelbare welvaart, ongebreidelde consumptie, zien komen. Er is een tijd van komen en een tijd van gaan.
Wij speelden buiten, fietsten naar school – door weer en wind, leerden met gezond verstand omgaan met een toen vrijere meningsuiting, leerden incasseren. Op school, thuis, op de sportclub, op het werk. Wij hadden een prachtige tijd – ‘die tijd komt niet meer terug’ – en mogen nog even door. ‘Beetje jammer’ dat wij de aarde niet overdragen in de staat waarin wij haar aantroffen. Ik heb te doen met de generaties na ons.