Imposter syndrome
Ervaringen maken rijker dan bezittingen. Momenteel zit ik middenin de maalstroom die ‘carrièreswitch’ heet. Bij een hip, jong marketingbureau hang ik de geniale tekstschrijver uit. Gisterochtend heb ik de definitie van ‘imposter syndrome’ opgezocht.
In ieder geval weer één wens van de lijst afgestreept: leven van de pen. Hoera, driewerf enzo.
Die lijst is lang. Zo wil ik eens naar de reünie van mijn dienstplicht peloton, kijken of de mannen een beetje leuk zijn opgedroogd. Eén van de maten is ons al ontvallen – de diensttijd was begin jaren 80. Met dank aan Facebook heb ik twee kantoorcollega’s uit dat leuke team van dertig jaar terug weer ontmoet – één ervan in Chili. Meer dan vijftig reisbestemmingen staan er op de lijst. Landen als China, Japan en Australië. Er is nog – een beetje? – tijd, en als ik mijn muziekcollectie verkoop een aardig budget. Ik wil niet zo’n man worden wiens levenswerk achterin het jongensboek voor een appel en een ei naar een opkoper gaat. Afgezien van het feit dat de bloedlijn naar beneden dood loopt, ik zou het ze ook niet gunnen, die nabestaanden.
Er zitten zeker nog een paar romans in mij. En ook in die worstelwereld kruipt het duiveltje van het ‘imposter syndrome’ soms achter mijn oogleden. Bij literaire events kom ik vooral veel betere, zeer getalenteerde schrijvers tegen – die ook niet allemaal door de omgekeerde trechter, door die lange, smalle koker, naar het zonlicht klauteren. Inmiddels heb ik geleerd dat er naast leuk schrijven ook goed netwerken gevraagd wordt, profileren, en factoren als geluk, gunnen en X.
Weet u trouwens waar dat begrip bucketlist vandaan komt? Het is de lijst die je wilt afvinken, ‘before you kick the bucket’. Daar kunt u met zijn allen niet vroeg genoeg mee beginnen – het afvinken dan, hè.
Als je terminaal bent, ben je rijkelijk laat. Afvinken die bucketlist, daar wordt je gelukkig van.